Disclaimer

David Fuldauer * Doetinchem, 13 april 1886 - Sterfplaats Auschwitz, 15 oktober 1942

Gehuwd met Sophie Spanjar

Zoon van Edel Poel (Pohl), *Doetinchem, 1 januari 1846 - 16 februari 1908 en Meijer Fuldauer, *Dinxperlo, 2 februari 1844 - Winterswijk, 4 juli 1923

Fotograaf/filmoperateur

David werd tussen 3 en 5 oktober 1942 eerst naar werkkamp Molengoot bij Hardenberg gebracht.
In Westerbork tussen 3/5 oktober 1942
Transport Westerbork-Auschwitz 12 oktober 1942 

David Fuldauer, in het midden, met hoed

Herinneringen:

Het gezin Fuldauer kwam op 29 augustus 1928 vanuit Aalten in Winterswijk wonen, achtereenvolgens op deze adressen: Ratumsestraat 28, Weurden 36, Nieuwstraat 9 en Eelinkstraat 14. Huisbaas van dat laatste adres was kapper Van Veen uit de Spoorstraat.
‘David Fuldauer werkte in 1936 o.a. aan de renovatie van de Misterweg. Dat was een werkverschaffingsproject. David had een zoon, Alfred, waar ik wel eens mee praatte. In ongeveer 1939 vertelde hij me dat hij een baan als conducteur had gekregen bij de GTW en dat hij enorm bofte met die baan’.
 

David Fuldauer opende in september 1928 in de Ratumsestraat 28 een zaak in 'consumptie-artikelen alsmede koffie en thee'. De advertentie voor de nieuwe zaak eindigde met de zin: 'Hopende ieders gunst waardig te worden, met beleefde aanbeveling, D. Fuldauer'.

Sophie Fuldauer - Spanjar * Rijssen, 19 april 1895 - Sterfplaats Auschwitz, 15 oktober 1942

Gehuwd met David Fuldauer

Dochter van Sara Cohen en Karel Spanjar

Transport Westerbork-Auschwitz 12 oktober 1942

Het betreft transport 27, bestaande uit 1.711 mensen, van wie 269 kinderen. De trein telde 24 wagons. Acht mannen overleefden de oorlog.

Het echtpaar kreeg 4 kinderen:
-Lina  * Doetinchem 13 augustus 1920 –  Auschwitz, 31 januari 1943

Lina vertrok op 5 december 1941 uit Winterswijk naar Zutphen. Zij trouwde met Abraham Samuel Berlijn, *Doetinchem, 12 april 1923 - Midden Europa, 31 maart 1944, zoon van Marcus Berlijn, *Doetinchem, 17 februari 1888 - Doetinchem, 20 januari 1941, en van Engelina Mozes, * 30 augustus 1886 - Auschwitz, 27 november 1942.
Lina, Abraham en Engelina kwamen in Westerbork op 18 november 1942. Ze werden samen op één woonadres geregistreerd: Seevinckgang 7 in Doetinchem. Lina werd geregistreerd onder de naam Lina Berlijn-Fuldauer.

Transport Westerbork-Auschwitz 24 november 1942

Het betreft transport 38, bestaande uit 709 mensen, van wie 103 kinderen. Eén persoon overleefde de oorlog. De trein telde 10 wagons.

Lina Fuldauer staat niet vermeld op het monument in Winterswijk.

Lina Fuldauer, tweede van rechts, met vrienden van de tafeltennisvereniging. Tweede van links is Wolfgang Maas

Lina, rechts, met haar vriendinnen Ida Menco (links) en Thea Windmuller (midden) op een foto die in 1942 in Zutphen werd gemaakt

Gedenkbladzijde uit Yad Vashem voor Lina
 


Selma Fuldauer * Rijssen, 27 september 1921 - Sterfplaats Auschwitz, 30 september 1942

Dochter van Sophie Spanjar en David Fuldauer

Selma verhuisde op 18 september 1939 naar Wildervank. Het laatst bekende adres is Nieuwe Hoogstraat 12 in Amsterdam.

In Westerbork 19 juli 1942
Transport Westerbork-Auschwitz 21 juli 1942

Het betreft transport 3, bestaande uit 931 mensen, van wie 250 kinderen. Vier mannen overleefden de oorlog.
 

Alfred Philip Fuldauer * Doetinchem, 16 december 1922 - Sterfplaats Auschwitz, 28 februari 1943

Zoon van Sophie Spanjar en David Fuldauer

In Westerbork tussen 3/5 oktober 1942
Transport Westerbork-Auschwitz 12 oktober 1942
 

Karel Fuldauer * Doetinchem, 5 september 1926 - Sterfplaats Auschwitz, 28 februari 1943

Zoon van Sophie Spanjar en David Fuldauer

In Westerbork tussen 3/5 oktober 1942

Transport Westerbork-Auschwitz 12 oktober 1942

Het betreft transport 27, bestaande uit 1.711 mensen, van wie 269 kinderen. Acht mensen overleefden de oorlog. De trein telde 24 wagons.

Het gezin David Fuldauer verhuisde op 29 augustus 1928 van Aalten naar Winterswijk en woonde achtereenvolgens op Ratumsestraat 28, Weurden 36, Nieuwstraat 9 en Eelinkstraat 14, Winterswijk

Foto Weurden 36 heden

Weurden 36

Herinnering:
„In december 1933 kwam ons gezin in een nieuw huis te wonen op het adres Eelinkstraat 9 (thans Huininkmaatstraat 9). De Eelinkstraat liep destijds vanaf het Weurden naar het Algemeen Ziekenhuis en van daar naar de Kottenseweg. Na de oorlog onderging een deel van de Eelinkstraat, vanaf het Weurden tot aan het ziekenhuis, een naamswijziging.

Ik kan me nog herinneren dat men in de begintijd van ons nieuwe onderkomen met verharding van de straat bezig was. Er lagen langgerekte  zandheuveltjes langs. Aan het begin van de Eelinkstraat (vanaf het Weurden) lag rechts een rijtje van vier arbeiderswoningen onder één kap. De nummering was 12, 14 ,16 en 18. (…) We noemden ze ‘de kleine huisjes’.

 

V.l.n.r. Karel Fuldauer, Ans de Vries (van de koffiebranderij) en een zoon van aannemer Zweers bij vrijwilligers-graafwerk voor een nieuw hek. Eelinkstraat, 1941.

Op het adres Eelinkstraat 14 woonde het gezin Fuldauer. Ik weet niet anders of zij woonden er al toen wij in de Eelinkstraat kwamen. Diverse keren ben ik daar binnen geweest. Met Karel, zwart, wat golvend haar, sproeten in ’t gezicht, donkerbruine ogen, intelligent, ging ik een keer boven op de vliering kijken. Tot mijn verbazing zag ik dat die zich zonder tussenwanden als één lange ruimte uitstrekte boven de vier woningen. Langs beide zijden van het groepje huizen kon men achterom lopen. Daar lag een soort straatje van rode klinkers waarover men vrij langs de buren kon lopen. Ook wij jongens deden dat; het werd normaal gevonden. Elk huis had een schuurtje en een flinke tuin.

De ‘kleine huisjes’  (in het boek stond op deze plaats een verkeerde foto)

De Fuldauers woonden dus erg eenvoudig. De andere huizen in de straat waren comfortabeler, hoewel er onderlinge verschillen bestonden. Ik herinner mij nog enkele beroepen van vaders: gemeenteambtenaar, bouwvakker, boekhouder, politieagent, textielarbeider, douaneambtenaar, machinist, postbeambte, leraar, aannemer. Het maakte voor ons kinderen helemaal niets uit. We speelden met iedereen, jongens en meisjes, ongeacht godsdienst, school, sociale status. Ook Karel, hoewel wat ouder, deed met allerlei activiteiten mee. Als jongens haalden we elkaar vaak op bij huis. We hadden als sein de roep van de duif bedacht: roe-koe-wah!!

Karels vader zou fotograaf/filmoperateur geweest zijn. Daar heb ik nooit wat van gemerkt. Ik herinner me, dat we op een middag met Karel zijn vader gingen opzoeken in de buurtschap Ratum. Hij was daar in een bosje langs het binnenpad aan het werk als arbeider: gemeente-arbeider, DUW-werk?

Karel leidde ons ook eens een beetje rond over het terrein achter de synagoge aan de Spoorstraat, o.a. langs het badgebouwtje, en vertelde daar wat bij. Hij ging ook op de Israëlitische school naast de synagoge. Op een vrijdagavond nam Karel een ander straatvriendje en mij mee naar de Molenstraat. Daar moesten we bij de joodse familie Schwarz het licht aandoen, omdat men het daar zelf niet mocht doen vanwege de ingegane sabbath. Door Karel leerden we matse, het joodse paasbrood, kennen. Dat maakte nogal indruk. We mochten er zomaar van eten! Via Karel kwamen we in contact met Hans (Henry) Mogendorff. Deze twee hadden veel contact met elkaar. Hans speelde ook vaak mee in onze straat.

Ik wil besluiten met een citaat uit het stamboomboek dat ik over mijn familie samenstelde:
Ik groeide op in een straat waar nogal wat kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd woonden en bewaar goede herinneringen aan activiteiten die gezamenlijk werden ondernomen. Eén van de straatvriendjes was een wat oudere joodse jongen (Karel) van wie ik het schaken leerde, welk spel ik tot op heden nog beoefen en destijds overbracht op mijn gezinsgenoten. Een aangrijpende gebeurtenis was Karels afscheid van zijn buurtmakkers. Hij bevroedde dat hij nooit terug zou komen en gaf o.a. aan mij een blijvende herinnering die ik nog steeds in bezit heb: puzzelstukjes van metaaldraad. Ik bewaar de beste (kinder)herinneringen aan de familie Fuldauer en in het bijzonder aan Karel.
De leden van dit joodse gezin kwamen in het concentratiekamp om”.

J.W. Geesink

De draadpuzzeltjes zijn door dhr. Geesink geschonken aan de synagoge in Winterswijk en zijn daar, samen met zijn verhaal, sinds oktober 2013 te zien.