Disclaimer

Willem Blom * Uithoorn, 30 september 1885 - Sterfplaats Buchenwald, 24 mei 1942

Zoon van Chrisje Gokkes en Mozes Blom

Gehuwd met Henriëtte Gans

Willem Blom trouwde op 14 september 1908 met Henriëtte Gans, *18 juli 1880, dochter van David Gans en Fratchen Schwarz. Hij nam de zaak van zijn schoonvader, D.A. Gans, over op 1 april 1916. De 'Geldersche Vleeschhal', zoals de slagerij werd genoemd, was een bloeiende zaak met met 60 tot 70 man personeel. Blom verkocht veel aan restaurants en er werden vleespakketten naar klanten door het hele land verstuurd. Willem Blom was een zeer bewogen socialistische politiek activist. Hij zette zich in voor een coöperatie met de plaatselijke boeren om hun levensomstandigheden te verbeteren. Dat resulteerde eens tot een huldeblijk van de boeren aan Willem Blom: er werd een optocht georganiseerd, voorafgegaan door een prijskoe die aan Blom cadeau gedaan werd. Om het grote verschil tussen arm en rijk duidelijk te maken plaatste Blom eens twee poppen in de etalage van zijn winkel: één gekleed in bont en de ander bijna naakt. Het publiek was ontsteld, de Joodse gemeenschap en zijn vrouw en kinderen ook. Het tekent Willem Blom en zijn idealisme voor een rechtvaardige samenleving. In 1936 reisde hij enige tijd door de Sovjet Unie, via nazi-Duitsland(!), waar hij kennismaakte met het 'Stalinisme'. Hij sprak er bij zijn terugkomst in Nederland zijn afschuw over uit, alleen al vanwege de vele 'showprocessen' die er werden gehouden.

Het slagersbedrijf werd in de oorlog in beslag genomen. Willem Blom werd beschuldigd van 'economische sabotage' tegenover de nazi's. hij werd op 10 januari 1942 gearresteerd door de Staatspolizei uit Arnhem en gevangengezet bij de SD in Arnhem. Op 24 april 1942 werd hij, onder gevangenennummer 1272, op transport gezet naar Buchenwald waar hij, volgens de Duitse 'Sterbeurkunde' (nr. 1098/1942) op 24 mei 1942 om 9.50 u. stierf aan 'Akute Herzschwäche', een veel genoemde doodsoorzaak om de moord op mensen te verhullen. Dochter Frederika, die aan de Parnassusweg 18 in Amsterdam woonde, kreeg via de SD in Amsterdam op 28 augustus 1942 bericht van het overlijden van haar vader.

'Sterbeurkunde' van Willem Blom  

Familiefoto van Willem Blom, zijn vrouw Henriëtte Gans en zijn kinderen: v.l.n.r. Benjamin, David, Deborah, Karel, Betsie, Frederica, Chrisje en Leo. Henriëtte emigreerde in 1939 met vijf van haar kinderen naar de V.S. Frederica, Leo en Karel overleefden de oorlog in Europa

In het archief van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) wordt een rondzendbrief aan de klanten van de 'Geldersche Vleeschhal' bewaard, alsmede de reactie hierop van de bezetter. Er wordt geconcludeerd: 'Omdat de Jood bovendien de Treuhander niet het bewind van zijn onderneming wil overhandigen, mag het wellicht duidelijk zijn dat hier scherper moet worden ingegrepen'. 

De rondzendbrief aan de klanten van de Geldersche Vleeschhal en de reactie van de Duitse bezetter

Herinnering: 'Mijn vader en ik (slager Wassink en dochter Dini) waren alleen thuis toen Willem Blom afscheid kwam nemen. Die stoere man begon te huilen. Ze bespraken de voors en tegens. Wel of niet melden. Besloten werd te vertrekken en niet te melden. Komt Blom iemand tegen die zich meldde en daarna weer vrijuit kon gaan. Blom meldde zich alsnog, alleen ze lieten hem niet meer gaan'.

Het personeel van de Geldersche Vleesschhal met links, met hoed, Willem Blom en, in het zwart, zijn vrouw Henriëtte

De zonen Leo en Karel Blom waren in 1941 in een vluchtelingenkamp in het nog niet bezette zuid-Frankrijk, de latere Vichy-republiek, en in 1942 in een vluchtelingfenkamp in Zwitserland. Daar verdienden ze hun dagelijks brood met landbouwarbeid, aanleg van rioleringen enz. Leo werd later vrijwilliger bij het Holland Bataljon van het Canadese leger. Hij was na de oorlog 8 maanden gelegerd in het Ruhrgebied en keerde op 8 maart 1946 terug in Nederland. Karel keerde op 3 augustus 1945 terug in Nederland. Frederica is nog het langst in Nederland gebleven. In 1943 probeerde zijn via Frankrijk naar Zwitserland te vluchten. Ze werd echter ziek, dook in Frankrijk onder en leerde er een gevluchte Hongaar kennen, met wie zij later trouwde en twee kinderen kreeg.

Leo Blom in uniform met v.l.n.r. Mien Zion, Bep Meijer, Zadok Zion en Frieda Zion in 1946