Disclaimer

Adelheid Rosette Poppers * Arnhem, 5 november 1941 - Sterfplaats Vught, 19 april 1943

Dochter van Betty Prins, *Amsterdam, 9 oktober 1900 - Amsterdam, 2 september 1992 en Mozes Meijer Poppers, *Winterswijk, 4 mei 1906 - Amsterdam, 7 december 1986 
 
In Vught 12 april 1943
 
Adelheid Rosette Poppers woonde met haar ouders op de Vredenschestraat 74 in Winterswijk. Op 19 april 1943 is Adelheid Rosette Poppers in het concentratiekamp Vught gestorven.
Het echtpaar Mozes Meijer Poppers en Betty Prins trouwde in 1939, hun baby Adelheid Rosette had in januari 1942 nog een zware operatie ondergaan.  
 
 
 
Advertentie in Het Joodsch Weekblad van 14 november 1941 over de geboorte van Adelheid Rosette
 
Betty Prins was arts. Zij was de dochter van Abraham Aron Prins en Adelheid Rosette Jacobson. Zij besloot haar kundigheid ter beschikking te stellen aan de gevangenen. Het echtpaar Mozes Meijer Poppers-Prins kwam na Vught in Westerbork terecht, waar Betty eens kaalgeschoren in de strafbarak belandde omdat er een geïnterneerde was ontsnapt. Betty en haar man werden gedeporteerd naar Theresiënstadt en overleefden de oorlog. Mozes Poppers kreeg de chower titel, de titel voor een geleerde leek, en zou nog gedurende een periode na de oorlog belangrijk werk doen voor de kehilla (joodse gemeente) Winterswijk. Zij gingen na de verkoop van de fabriek in 1950 naar Amsterdam. Betty werd daar huisarts en was lid van het genootschap Joodse Wetenschap. Betty overleed in september 1992. In het testament van het echtpaar werd 75% van de nalatenschap bestemd voor de bouw van een school in Israël. 
 
 
 
Mededeling van het overlijden van Adelheid Rosette door het Ned. Rode Kruis
 
 
Overlijdensakte van Adelheid Rosette Poppers 29 oktober 1946
 

 

 Adelheid Rosette Poppers