Disclaimer

Abraham Philips * Winterswijk, 24 november 1893 - Sterfplaats Extern kommando Bobrek, 12 april 1943

Gehuwd met Aaltje Franken

Zoon van Pauline Cohen, *Borken, 12 april 1851 - Winterswijk, 19 november 1921 en Eliazar Philips, *Groenlo, 2 december 1857 - Winterswijk, 31 januari 1922
 
Tweelingbroer van Benjamin Philips
 
Abraham Philips werd in september 1942 gepakt door de Winterswijkse politie en overgedragen aan de SD in Arnhem. Hij werd beschuldigd van zwarte handel en prijsopdrijving van textiel- en rookwaren. Abraham had een handel in garen, band enz. en gros.
 
 
Abraham Philips en zijn vrouw Aaltje Philips-Franken achter hun huis gefotografeerd op 2 juni 1941
 
 
De vier kinderen van Abraham en Aaltje. V.l.n.r. dochters Johanna, Karla en Pauline. In het midden zoon Eliazar
 
 
 
V.l.n.r. Eliazar en Abraham Philips en Wolfgang Maas, vriend van Eliazar

  

Abraham Philips schreef vanuit kamp Westerbork, barak 65, een briefkaart aan zijn tweelingbroer Benjamin in de Goudvinkenstraat 8 in Winterswijk

Aaltje Philips - Franken * Haaksbergen, 18 oktober 1889 - Sterfplaats Auschwitz, 19 oktober 1942

Gehuwd met Abraham Philips

Dochter van Aleida Israël, *Losser, 1863 - Haaksbergen, 18 oktober 1918 en Koopman Levij Franken, *Haaksbergen, 16 juni 1858 - Haaksbergen, 29 september 1942
 
Voor beiden geldt:
In Westerbork 3/5 oktober 1942 
Transport Westerbork-Auschwitz 16 oktober 1942
 
Het betreft transport 28, bestaande uit 1.710 mensen, van wie 358 kinderen. Dertig mensen overleefden de oorlog. De trein telde 26 wagons.
Abraham werd hoogstwaarschijnlijk in Kosel, samen met 569 anderen van wie slechts 30 personen de oorlog overleefden, geselecteerd voor dwangarbeid in de Siemensfabriek van Bobrek, een bijkamp van Monowitz-Buna, ook wel Auschwitz III genoemd. Hij stierf daar op 12 april 1943 aan longoedeem (volgens de Duitse administratie) en werd op bevel van de kampcommandant  begraven op de Joodse Begraafplaats in Beuthen/Bytom (Polen) Het graf is in beheer en onderhoud van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting. In de gegevens van het Ned. Rode Kruis, afd. Oorlogsnazorg wordt ook nog genoemd dat Abraham op 16-10-1942 doorgestuurd zou zijn naar Sakrau/Blechhammer (tussen Wroclaw en Katowice - Polen) In diezelfde gegevens wordt melding gemaakt van een 'familie-adres: Naatje Brest, Meddoschestraat 38, Winterswijk'. Na de oorlog meldt dochter Paula Philips uit Groenlo dat er een overlijdensbericht over Abraham is ontvangen. Paula vraagt op 25-4-1947 om inlichtingen over haar vader Abraham. Al eerder, op 27-12-1946, vroeg zij inlichtingen omtrent haar moeder Aaltje. Over haar ontving zij bericht dat haar moeder door "gasverstikking" was overleden.
 
 
 
De gezegelde verklaring voor het begraven van Abraham Philips (de extra naam 'Israël' was een door de nazi's verplichte toevoeging)
 
 
 
De ingang van de Joodse Begraafplaats in Bytom (bron: Nederlandse Oorlogsgravenstichting - www.ogs.nl)
 
 
Het echtpaar Philips-Franken woonde op Molenstraat 8 in Winterswijk
 
 
Molenstraat 8
 
 
Eliazar en Abraham Philips in 1941
 
 
Moeder Aaltje met haar dochters. V.l.n.r. Karla, moeder Aaltje, Johanna en Pauline Philips
 
 
Het complete gezin van Abaham Philips en Aaltje Philips-Franken op 2 juni 1941 gefotografeerd. V.l.n.r. staand: Eliazar, Aaltje, Abraham en Johanna. Voor: Karla en Pauline.
 

Op 15 januari 1949 ontvangt Mevr. A. Maas-Franken uit Groenlo van het Nederlandse Rode Kruis een overlijdensverklaring over haar zus Aaltje Philips-Franken. Op 3 juli 1950 volgt de officiële overlijdensakte voor de Burgerlijke Stand in Winterswijk. 

Van het overlijden van Abraham Philips wordt na de oorlog, op 12 juli 1945, melding gedaan door Isaac Querido uit Amsterdam.


Eliazar Philips * Winterswijk, 27 maart 1921 - Sterfplaats Midden-Europa, 31 maart 1944

Johanna Philips * Winterswijk, 1 februari 1923 - Sterfplaats Auschwitz, 19 oktober 1942

Dochter van Aaltje Franken en Abraham Philips

Hulp in de huishouding

In Westerbork 3/5 oktober 1942 
Transport Westerbork-Auschwitz 16 oktober 1942
 
Het betreft transport 28, bestaande uit 1.710 mensen, van wie 358 kinderen. Dertig mensen overleefden de 0orlog. De trein telde 26 wagons. Na de oorlog vroeg Paula Philips op 27 december 1946 om gegevens over haar zus. Haar werd medegedeeld dat Johanna Philips door 'gasverstikking' was overleden. 
 
  
 
Johanna Philips

Karla Philips * Winterswijk, 20 juli 1927 - Sterfplaats Auschwitz, 19 oktober 1942

Dochter van Aaltje Franken en Abraham Philips

In Westerbork 3/5 oktober 1942 

Transport Westerbork-Auschwitz 16 oktober 1942
 
Het betreft transport 28, bestaande uit 1.710 mensen, van wie 358 kinderen. Dertig mensen overleefden de oorlog. De trein telde 26 wagons. Na de oorlog vroeg Paula (Pauline) Philips op 27 december 1946 om inlichtingen over haar zus Karla. Haar werd medegedeeld dat Karla door 'gasverstikking overleden' was.
 
 
 
Karla Philips als peuter
 
Pauline Philips * 1 februari 1922, dochter van Abraham Philips en Aaltje Franken, overleefde de oorlog en vroeg na de oorlog inlichtingen over haar familieleden. Alle keren ontving zij vreselijke berichten. 
 
 
 

'Paula werd kort voor de razzia plaatsvond door haar vader weggestuurd naar de familie Deunk, kennissen van haar ouders, die in het verzet zaten. Zij hebben er voor gezorgd dat Paula kon onderduiken bij de familie Bussink in Lintelo, waar ze gedurende de gehele duur van de bezetting veilig was. Na de oorlog bleek dat Paula de enige overlevende was van het gezin. Zij is toen opgenomen bij een zus van haar moeder, Anneke Franken in Groenlo'.

'Na de oorlog trouwde Paula met Bram Dupont, meubelmaker uit Amsterdam, Ruysstraat 88. Bram overleefde de concentratiekampen van de nazi's. Delen van zijn tenen moesten worden geamputeerd, na bevriezing tijdens barre tochten van kamp naar kamp. Na de oorlog bleek dat ook Bram de enige overlevende van het gezin was. Ook zijn nichtje, Renee Truder, overleefde de oorlog'.

Rene Dupont, zoon van Paula en Bram.